Twence wint bodemprocedure AVR

Twence past de inhouse constructie bij haar aandeelhoudende gemeenten op de juiste manier toe. Dat is de uitspraak van de rechter in de bodemprocedure, die afvalverwerker AVR in oktober 2021 tegen Twence heeft aangespannen. Zij zijn namelijk van mening dat de Twentse gemeenten een aanbestedingsprocedure moeten volgen voor het verwerken van afval. De rechtbank heeft alle vorderingen afgewezen en heeft Twence en de gemeenten in het gelijk gesteld.

SGF 2638 TW Schoorsteen

Twence heeft 15 aandeelhoudende gemeenten, waaronder de 14 Twentse gemeenten. Deze gemeenten hebben een verwerkingsovereenkomst met Twence voor het verwerken van hun afval. In juli 2022 moesten de verwerkingsovereenkomsten verlengd worden. Inmiddels zijn de contracten ook door alle gemeenten verlengd.

Twence past inhouse constructie juist toe
De nieuwe verwerkingsovereenkomsten waren voor AVR aanleiding om Twentse gemeenten in 2021 te benaderen en in oktober 2021 een bodemprocedure te starten. Zij vroegen de rechtbank om een verbod voor de aandeelhoudende gemeenten om hun afval zonder aanbestedingsprocedure bij Twence aan te leveren. Zij gaven daarmee aan dat de door Twence gehanteerde inhouse constructie, die verenigbaar is met de EU aanbestedingsverplichtingen, niet juist is. De rechter heeft inmiddels geoordeeld en Twence in het gelijk gesteld. Twence en de Twentse gemeenten voldoen aan alle voorwaarden.

“Wij zijn zeer content met deze uitspraak. Het bevestigt onze overtuiging dat we de inhouse constructie op een correcte manier toepassen”, aldus Marc Kapteijn, algemeen directeur.