Saxion en Twence werken sinds 2022 intensiever samen om meer waarde uit biogene reststromen te halen. Daarvoor stelden ze een kennis- en innovatieagenda op. Als basis namen ze vijf van de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN.
“We moeten een nieuw evenwicht vinden en de transitie naar duurzame energie en grondstoffen versnellen, anders plukken we onze aarde kaal en maken we het onszelf onmogelijk”, stelt Richard van Leeuwen van Saxion. De lector Sustainable Energy Systems doet samen met collega’s, studenten en regionale partners onderzoek naar energietransitie en duurzame grondstoffen. Door de expertise van Saxion naast de ontwikkelingsdoelen van Twence te leggen ontstond de gezamenlijke kennis- en innovatieagenda. “Bij Twence zoeken we voortdurend naar mogelijkheden om te optimaliseren en innoveren om zo onze bijdrage aan de verduurzaming te vergroten”, vertelt manager innovatie Leendert Tamboer over de samenwerking. “Samen met Saxion kijken we naar procesverbeteringen in onze installaties en naar kansen voor nieuwe concepten.”
Vergisting en gasproductie optimaliseren
Als voorbeeld van optimalisatie noemt Tamboer de vergisting van groente, fruit- en tuinafval. “We willen beter begrijpen wat er in onze vergister gebeurt. Bijvoorbeeld waarom bepaalde vetten niet worden omgezet in biogas.” In het laboratorium van Saxion kunnen ze de vergisting in het klein nabootsen. Van Leeuwen vult aan: “Om de omzetting van organisch materiaal beter te begrijpen, kunnen we ook kunstmatige intelligentie inzetten. Daarbij laat je computers op basis van data rekenen en voorspellen. Zo kan je beter inschatten wat het gevolg is van een verstoring, zoals wisselingen in vet- of cellulose houdende stoffen in het gft, om daarmee de procescondities en de kwaliteit van het biogas beter te sturen.”
Nieuwe producten ontwikkelen
Saxion en Twence hopen dat meer bedrijven en kennispartners aanhaken bij de kennis- en innovatieagenda. “Als we geen fossiele brandstoffen meer willen gebruiken, dan moeten we veel meer energie en grondstoffen uit reststromen halen. Dat vraagt om innovatie in de hele keten.” Als voorbeeld noemt Tamboer de kunststofproductie. “Bij Twence maken we bio-olie uit hout, daarin zit zuurstof. De kunststofproductie is ingericht op aardolie, waar geen zuurstof inzit. Misschien moet je met de olie uit reststoffen juist andere kunststoffen gaan ontwikkelen.” Van Leeuwen ziet hier wel mogelijkheden: “Dit is het soort ideeën dat we, samen met studenten en partijen in de keten, kunnen uitdenken. Uiteindelijk willen we toe naar een biobased economy waarin echt afval niet bestaat en we alles omzetten in duurzame energie of circulaire grondstoffen.”